Portret 6: Anke van Baar
Bij ons bezoek aan OSG Sevenwolden in Heerenveen praten we met Anke van Baar, haar collega-schoolleider Bert Oosting en docenten Alex de Lange en Gert de Boer. Anke is ten tijde van ons bezoek net een paar weken met pensioen. Tot voor kort was zij locatiedirecteur en de afgelopen tien jaar werkte zij nauw samen met een aantal docenten aan de opzet van het Talentencollege Noord (TAN) en de SportLifestyle stroom (SLS) binnen OSG Sevenwolden. Alex is studiecoach op het Talentencollege en heeft daar inmiddels ook de rol van onderwijsmanager van Anke overgenomen. Gert is behalve docent wiskunde en lichamelijke opvoeding ook LOOT-coördinator. Bert heeft de rol van Anke overgenomen als leidinggevende van Alex en schoof bij een deel van het gesprek aan om mee te luisteren en te kunnen leren van haar ervaringen.
Het begin: Talentencollege Noord
Het verhaal van Anke en haar collega’s begint al in 2009. In dat jaar wordt Heerenveen door NOC*NSF aangewezen als één van de vier plaatsen in Nederland waar een Centrum voor Topsport en Onderwijs wordt opgericht. Anke is op dat moment al een aantal jaren locatiedirecteur op OSG Sevenwolden en wordt aangesteld als onderwijsmanager van de nieuw op te zetten Talentencollege Noord (TAN). Samen met twee studiecoaches en een medewerker voor het toezicht en administratieve ondersteuning werkt zij daarvoor in 1 A4 een visie-document uit dat de basis vormt voor de TAN. Het belangrijkste uitgangspunt is dat de sportprogramma’s van de leerlingen leidend zijn en dat het onderwijs daar omheen wordt ingericht. In september 2009 gaat het Talentencollege Noord van start met veertien sporters. In de jaren daarna volgt voor Anke en haar collega’s een leerzaam traject waarin zij met elkaar steeds beter in staat zijn om deze groep leerlingen een goed onderwijsprogramma te bieden naast hun topsportcarrière. In dit traject hebben ze met elkaar waardevolle inzichten opgedaan over formatief toetsen, het werken vanuit kernprogramma’s en de inzet van individuele coaching, gericht op regie eigen leerproces.
v.l.n.r.: Alex de Lange, Anke van Baar, Gert de Boert en Aagg Toering (ondersteuningscoördinator, niet aanwezig bij het interview).
De ontwikkeling van de SportLifestyle stroom
In 2013 ontstaat binnen OSG Sevenwolden het idee om de verworvenheden uit het Talentencollege door te vertalen naar een nieuwe afdeling in de school: de SportLifestyle stroom (SLS). Met die verworvenheden als vertrekpunt start de projectgroep met daarin naast Alex en Anke ook een docent uit de Praktijkschool van OSG Sevenwolden en een docent Nederlands uit de Jenaplan-afdeling. In een later stadium sluit ook Gert bij deze groep aan. Bij de samenstelling van deze groep hebben zij bewust rekening gehouden met de expertise en affiniteit van de docenten. Vanuit haar ervaring als schoolleider stapt Anke in als projectleider van de groep. De groep komt een jaar lang elke maandag bij elkaar om de nieuwe school verder uit te werken. Ze beginnen met aantal uitgebreide brainstormsessies en vervolgens heeft elk lid van de groep een onderdeel uitgewerkt en teruggebracht tot 1 A4’tje. In totaal heeft de groep het hele concept uitgewerkt in een document van 7 A4’tjes.
Anke beschrijft haar rol als de aanjager op de maandagmiddag waarbij ze de anderen stimuleerde en enthousiasmeerde. Alex en Gert geven aan dat zij het vooral heel erg waardeerden dat Anke altijd in het idee bleef geloven en haar enthousiasme bleef uitstralen, ook als het proces even wat minder goed liep. Bovendien had zij ervoor gezorgd dat iedereen er op maandagmiddag bij kon zijn. Gaande het proces kwam zij steeds meer in de rol van verbinder en coördinator die ervoor zorgde dat de verschillende onderdelen op elkaar aan bleven sluiten. In zekere zin was zij ook de bewaker van de visie. Daarbij hielp het haar dat zij zelf ook een sterke onderwijskundige visie heeft. Tegelijkertijd geeft zij aan dat het in het proces ook belangrijk was om goed te luisteren en open te staan voor het aanpassen van die visie. Binnen de groep nam Anke bovendien de rol van discussieleider op zich op het moment dat er verschillen in visie waren binnen de groep. Ze zegt daarover:
“Op een gegeven zei de Jenaplandocent: ‘als jullie hiermee bezig gaan, moeten jullie met heterogene groepen gaan werken’. Zelf zou ik het liefst overal in de onderbouw heterogeen werken, dus daar lag mijn loyaliteit vanuit mijn eigen visie. Vanuit de praktijk lag dit echter anders bij de SLS-docenten. Zij zagen de meerwaarde er niet van in en zagen het zichzelf ook niet doen. Toen hebben we een gesprek gehad waarin iedereen de ruimte kreeg om de anderen mee te nemen in hun redenering en hebben we uiteindelijk voor combinatiegroepen gekozen. Bij zulke discussies heb ik me op gezette tijden bewust teruggehouden, maar op andere momenten mij daar wel in gemengd.”
SportLifestyle gaat van start
Na een jaar ontwikkeling in de projectgroep gaat de SportLifestyle stroom van start met acht enthousiaste docenten. Een grote uitdaging bij de start van de SLS is dat er geen beperking zit op het aantal inschrijvingen. Er komt daardoor veel op iedereen af en er moet teveel tegelijk gebeuren. Anke beschrijft dat zij in deze situatie haar ervaring als schoolleider inzet en knopen doorhakt over dingen die de groep nog niet gaat doen. Zo komt zij als vanzelf in een meer leidende rol terecht. Ze is op dat moment wel onderwijsmanager van de TAN, maar SLS bevindt zich op een andere locatie waar een andere schoolleider de eindverantwoordelijkheid draagt en uiteindelijk de lastige knopen door moet hakken. Tijdens ons gesprek realiseert Anke zich dat deze positie haar ook heel veel bewegingsvrijheid gaf.
In de eerste maanden van de SportLifestyle stroom ervaren Anke en haar collega’s al gauw dat het best een klus is om het gedachtengoed dat zij met elkaar ontwikkeld hebben over te dragen aan een nieuwe groep docenten. Eigenlijk vergt dit deels een herhaling van het eerdere co-creatieproces om ook deze groep dezelfde mate van eigenaarschap en beleving bij de visie te doen ervaren. Tegelijkertijd komt de oorspronkelijke projectgroep nog steeds elke maandag samen om te evalueren hoe het gaat en door te werken aan de vernieuwing. Zij waren zich zo sterk bewust van hun voorsprong dat er na elke bijeenkomst wel iemand zei: “Zo, nu lopen we weer anderhalf uur voor…”
Inmiddels draait de SLS een aantal jaar verder en wordt de groep docenten die daarbij betrokken is steeds groter. Omdat de SLS eigenlijk een school is binnen een bestaande school, zitten daar ook steeds meer docenten tussen die zich niet per definitie verbonden voelen met de visie en werkwijze van SLS. Anke vertelt dat dit er vaker voor zorgt dat er soms dingen via formele lijnen afgedwongen moeten worden. Anderhalf jaar geleden is zij bovendien weer locatiedirecteur geworden. Ze geeft aan dat ze sindsdien meer op de achtergrond betrokken is dan daarvoor.
Reflectievragen
In ons gesprek met Anke valt het op met hoeveel enthousiasme en bevlogenheid ze over de TAN praat. Bij SLS is ze samen met haar collega’s een aantal interessante uitdagingen tegengekomen, daarentegen is er een groot contrast tussen de TAN en SLS. Anke benadrukt dat ze bij de TAN alles in eigen hand hebben en dat dat ook na een aantal jaar nog steeds heel veel ontwikkelkracht geeft. Er zijn minder organisatorische afhankelijkheden en er is veel meer ruimte om dingen zelf te regelen. Problemen binnen de TAN werden binnen het team, door het team met elkaar opgelost en iedereen voelde zich daar ook verantwoordelijk voor. De SLS is veel meer afhankelijk van de besluitvorming en organisatorische processen binnen de school, waardoor dat gevoel van eigenaarschap bij docenten een stuk minder zichtbaar is.
Het is interessant om te zien dat Anke en haar collega’s de onderwijskundige succesfactoren van de TAN hebben meegenomen bij het ontwikkelen van de SportLifestyle stroom, maar dat ze daar daarbij minder bewust stilgestaan hebben bij de randvoorwaardelijke succesfactoren. Gezien het contrast tussen de TAN en SLS, roept dit bij ons de vraag op:
In hoeverre is de omgeving nu bepalend voor de ruimte om te ontwikkelen en in hoeverre vraagt het neerzetten van een nieuw onderwijsconcept ook een andere manier van het organiseren van de organisatorische processen en de onderlinge samenwerking?
Het verhaal van Anke laat ook zien dat de collega’s die direct bij het co-creatieproces betrokken waren een belangrijk leerproces hebben doorlopen.
Ook de collega’s buiten die groep moeten de ruimte krijgen om dat leerproces te doorlopen en zich de verandering eigen te maken. Hoe doe je dat op grotere schaal?