Portret 2: Patricia Bleeker
Patricia Bleeker is directeur van het Clusius College in Castricum, een groene vmbo-school waar ruim 1000 leerlingen onderwijs volgen en 142 mensen werken. Ondanks de grootte van de school maken Patricia en haar collega’s zich sterk voor een plek waar leerlingen zich thuis voelen. Sinds twee jaar werkt Patricia met een groep docenten samen om formatief evalueren in de praktijk handen en voeten te geven. Zij zitten middenin dit veranderproces. We spreken haar en haar collega’s Edith Boonstra en Mattijs Reinen over hun motivatie, ambities en hun gezamenlijk maak- en leerproces.
Van toetscultuur naar feedbackcultuur
Patricia vertelt hoe het proces rondom formatief evalueren ruim twee jaar geleden begon toen haar collega Edith (docent Engels) bij haar aanklopte. Edith maakte zich zorgen over de motivatie van haar leerlingen, die in het eerste jaar vaak nog groot is maar daarna afneemt. Ze wilde uitzoeken of formatief evalueren kon helpen om die motivatie vast te houden en te vergroten. Patricia vertelt dat zij direct enthousiast met zijn tweeën aan de slag gingen. In die beginfase onderzochten Patricia en Edith samen wat formatief evalueren is en of het van waarde kon zijn voor het Clusius. Of zoals Patricia liever zegt: “Wij willen van een toetscultuur naar een feedbackcultuur, dat is de taal die we eraan geven”. Zij en Edith namen deel aan een leernetwerk van SLO om inspiratie en kennis op te doen. Daar spraken ze met Gerdineke van Silfhout, een oude bekende van Patricia. Gerdineke is expert formatief evalueren bij SLO en moedigde Patricia en Edith aan om ermee aan de slag te gaan. Gerdineke raadde Patricia aan om Edith te ondersteunen een voortrekkersrol te kunnen vervullen in de school. Dit leidde ertoe dat Edith vanaf de start van schooljaar 2017/2018 ‘coach formatief evalueren’ werd. De rol van Edith in die fase was om collega’s enthousiast te maken voor de opvattingen rondom formatief evalueren en hun gedachten daarover te peilen. Die rol lijkt Edith te liggen: ze staat helemaal achter de principes van formatief evalueren, draagt deze ook uit en is er expert in geworden. Edith vertelt dat hiervoor al de kiem werd gelegd tijdens de lerarenopleiding, waar ze sterk heeft meegekregen dat het volgen en sturen van het leerproces een belangrijke voorwaarde is voor het kunnen behalen van successen. Patricia en Edith zijn in deze fase actief bezig met formatief evalueren, maar het was vooralsnog een aangelegenheid van hun tweeën.
De groep en het proces breiden zich uit
Dat veranderde eind 2017, toen het leernetwerk van SLO op zijn einde liep en Gerdineke vroeg of zij verder wilden met een verdiepend leernetwerk. Aan het verdiepende leernetwerk doe je mee met minimaal tien collega’s en dan kies je er als school echt voor om formatief evalueren serieus op te pakken. Patricia en Edith hebben samen overlegd en de vraag voorgelegd aan alle vakgroepvoorzitters. De reactie van collega’s was boven verwachting positief. Wat iedereen in de school herkende, is de daling van motivatie van leerlingen. Hoewel het Clusius het uitstekend doet op sommige indicatoren – ze zijn sinds 2012 een excellente school en hebben hele goede scores op leerling-, ouder- en medewerkerstevredenheid – voelt iedereen de urgentie om de motivatie van leerlingen te vergroten. Patricia legt uit: “Collega’s ervaarden allemaal de grote omslag bij de leerling in motivatie: we moeten daar wel iets mee. Het zweet zat op het verkeerde voorhoofd: die van de docent”. Edith vult haar aan en vertelt dat ze van de ‘5,5-cultuur’ af wil: “Ik werd er niet gelukkig van dat leerlingen alleen maar leerden voor toetsen, en dat ze negens haalden op stomweg woordjes leren, maar onderuitgingen op vaardigheden”.
Daarom besloten Patricia en Edith te starten met het verdiepende leernetwerk. Dat doen zij sinds begin 2018 samen met elf docenten en twee teamleiders. Aan dat leernetwerk doen ook leidinggevenden en docenten van andere scholen mee. Tijdens de bijeenkomsten leren de schoolleiders en docenten van verschillende scholen samen, waardoor zij met vakgenoten kunnen uitwisselen. Ook zijn er momenten waarop schoolleiders en docenten van dezelfde school samenwerken aan hun concrete ambities. Gelijktijdig met de start van het verdiepende leernetwerk, startten Patricia en haar collega’s intern een projectteam en een werkgroep. Het projectteam bestaat uit drie docenten (waaronder Edith en Mattijs), twee teamleiders, een IT coach en Patricia. Het projectteam werkt onder andere aan een projectplan om formatief evalueren de komende jaren een plek te geven in de school, met oog voor onder andere een passende structuur, cultuur en visie. De werkgroep bestaat uit docenten die in de klas nieuwe dingen uitproberen en daarin collega’s betrekken.
Mattijs legt uit wat hij en zijn collega’s willen veranderen in de school:
“Feedback voor leerlingen komt normaal gesproken altijd te laat en ze hebben er geen invloed meer op. Met formatief evalueren stel je samen met de leerling leerdoelen vast en haal je de feedback daarover naar voren. Hierdoor kan de leerling ook nog dingen anders doen op basis van je feedback. Het is een andere manier van denken, maar je geeft net als vroeger nog steeds gewoon feedback aan de leerling”.
De groep heeft besloten om vanaf de start van het huidige schooljaar formatief evalueren toe te passen in leerjaar 1. De andere leerjaren volgen in de komende schooljaren.
Dilemma’s
Patricia vertelt dat ze helemaal overtuigd is van de relevantie van hun initiatief, maar dat er desalniettemin krachten in en rondom de school spelen die soms ingaan tegen hun idealen. Bovendien is het leren en samenwerken in een groep met zowel leidinggevenden als docenten nieuw. Die samenwerking is waardevol, maar betekent ook dat Patricia verschillende ‘petten’ op heeft, die soms moeilijk met elkaar te verenigen lijken. We lichten beide dilemma’s hieronder uit.
Idealen projectteam en druk van buiten
Binnen het projectteam is besef dat het anders moet groot. Dat geldt lang niet altijd in dezelfde mate voor belanghebbenden buiten het team. Ouders bijvoorbeeld zijn aanvankelijk enthousiast, maar als de cijfers van hun kinderen teruglopen, worden ze zenuwachtig. Hetzelfde geldt voor docenten in de school, die jaren gewend zijn om leerlingen eenzijdig te beoordelen. Patricia geeft aan dat ze de aarzelingen begrijpt en is er open over dat dit ook voor haar een leerproces is: “Het is voor ons natuurlijk ook leren: waar komen we precies uit? En brengen we het op de juiste manier?”. Patricia’s antwoord laat zien dat zij dit proces beschouwt als een gezamenlijk leerproces, waarin het hogere doel (motivatie van leerlingen) leidend is, maar nog niet precies is vast te stellen wat de resultaten moeten zijn. En dat brengt ons tot een tweede dilemma, dat vooral Patricia ervaart: haar behoefte om gelijkwaardig te leren met haar collega’s in het projectteam tegenover haar rol als directeur.
Verschillende ‘petten’
Patricia omschrijft zichzelf als iemand die op momenten heel resultaatgericht kan zijn en goed in staat is om een overleg te leiden. In de praktijk van het projectteam betekent dit dat zij in overleggen vaak sturing geeft en ervoor zorgt dat de stappen in het proces “strak” geëvalueerd worden. Haar ervaring als leidinggevende heeft haar de bekwaamheden opgeleverd om die rollen te vervullen. Toch merkt ze daar ook nadelen van:
“Collega’s kijken soms naar mij: ‘vertel het maar’. Terwijl ik daar ook de rol heb van een lerende. Wat je soms merkt is, dat als ik aan het werk ga, anderen afwachtend worden. Hierdoor zit ik het leerproces in de weg. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Soms denk ik ‘nu stuur ik misschien teveel’”.
Patricia merkt bovendien expliciet op dat als zij deze “leidende rol” naar zich toetrekt, zij zelf niet leert. Het leren komt pas echt op gang wanneer zij en haar collega’s gelijkwaardig over de inhoud van gedachten wisselen. Om die reden heeft ze er zelfs over nagedacht om geen zitting te nemen in het projectteam, maar vanwege het belang van het proces is ze toch volledig ingestapt.
Hier ervaart Patricia een dilemma tussen enerzijds de kwaliteit van het gezamenlijk leerproces en haar rol als lerende en anderzijds haar rol en haar kwaliteiten als directeur. Mattijs en Edith zeggen dit overigens niet zo te ervaren: “Ik voel niet zozeer een verschil in hiërarchie, maar vooral een verschil in expertise. Patricia weet heel goed hoe je zoiets moet laten landen in een organisatie, ik weet hoe je het in de klas handen en voeten moet geven”, aldus Mattijs. In zijn ogen is het bovendien heel vanzelfsprekend dat zij de verschillende rollen in het proces zo oppakken: “Een collega Nederlands zoekt mij op en niet Patricia als hij iets wil weten over formatief evalueren in de klas”.
Bekwaamheden
De verschillende expertises waar Mattijs over spreekt leiden ertoe dat de collega’s in het projectteam veel van elkaar leren. Patricia vertelt:
“Ik leer ontzettend veel. Niet zozeer in mijn rol als directeur, maar als lid van het team dat werkt aan formatief evalueren. Ik kom dichter bij de inhoud, en ik kan daardoor weer beter sturing geven aan dit hele project”.
Bovendien leerde Patricia dat je dit soort processen niet te snel moet willen doorvoeren: “We hebben het laten gebeuren. Het was het juiste moment op de juiste plek”. De samenwerking in de groep heeft haar doen inzien dat dit soort processen het beste van de grond komen als je luistert naar alle geluiden in de school. Daarom doen er zowel hele enthousiaste, jonge collega’s als meer ervaren en behoudende collega’s mee aan het leernetwerk.
Mattijs en Edith vertellen dat zij zich heel erg gesteund voelen doordat Patricia wetenschappelijke kennis inbrengt rondom formatief evalueren. Zo heerste er de opvatting in de school dat formatief evalueren niet kan met vmbo-leerlingen. Actueel onderzoek laat zien dat dit wel degelijk kan. Deze kennis leidt ertoe dat Patricia in het uitwerken van het projectplan een leidende rol vervult. Mattijs en Edith vervullen een belangrijke rol in het leren van hun collega’s buiten de projectgroep: wat kunnen zij er concreet mee in hun lessen?
De belangrijkste verandering in de hele school die Patricia ziet, is dat collega’s zich weer samen opwerpen voor een taai maar relevant onderwijskundig vraagstuk: “We hebben het weer over het onderwijs, los van het vak dat je geeft”.
Reflectievragen
Het verhaal van Patricia, Edith en Mattijs roept een aantal vragen bij ons op. We zijn benieuwd hoe jullie hiernaar kijken:
Er lijkt een zekere vanzelfsprekendheid te zitten in de verdeling van het werk. Patricia neemt de voorzittersrol op zich, brengt wetenschappelijke kennis in en bewaakt het evaluatieproces. Mattijs en Edith zijn experts op de praktische toepassing van formatief evalueren in de klas.
Vanuit positioneel leiderschap gezien is deze verdeling wellicht een heel logische keuze, maar welke belemmeringen legt het op hun gezamenlijk leerproces? Zou het ook anders kunnen?
Net als Lieneke, ervaart ook Patricia een intern dilemma, waar docenten Edith en Mattijs geen weet van lijken te hebben.
Wat maakt het zo lastig voor een schoolleider om dit soort dilemma’s te delen met docenten? Zou het ook anders kunnen en welke waarde zou dat hebben voor hun leerproces?